Kent u deze kinderen? Ze zijn snel, weten alles in een oogwenk, zijn enthousiast, opgewonden, blij… en dan gaan ze naar school. Waar ze leren wat ze moeten weten, waar ze te horen krijgen hoe ze moeten zijn en meestal wat/hoe ze zeker niet moeten zijn.
Ik ben al een tijdje een leraar op de middelbare school, ik werkte in een prachtig instituut en toch zag ik veel studenten in de problemen komen. Veel van hen waren gestrest, hadden moeite met leren, concentratieproblemen, worstelen met gevoelens van depressie enzovoort.
De meesten van hen wilden erbij horen, maar realiseerden zich dat ze zo verschillend waren, wat vaak een enorm conflict veroorzaakte in henzelf en met iedereen en alles om hen heen. Ik had kinderen die me vroegen: “Waarom ben ik zo anders?”, Ze zeiden tegen me: “Ik wil normaal zijn”.
Ik zou hen vragen: “En wat als alles wat je hebt besloten een onjuistheid over jou is, eigenlijk een sterkte is?”
Een van de vragen die ik ze gaf om mee te spelen: “Wat klopt er aan mij, ik snap het niet?” “Wat is hier juist aan, ik snap het niet?”
Als dingen niet werken zoals je weet dat ze zouden kunnen, zoek je dan naar wat er mis aan is, of vraag je je af wat er goed aan is?
Op het moment dat je begint te vragen wat goed is aan iets of aan jou, begin je deuren te openen naar een andere mogelijkheid. Veel verder dan wat je brein ooit zou kunnen bedenken of bedenken. Als je naar de onjuistheid vraagt, zul je waarschijnlijk meer redenen en rechtvaardigingen vinden voor wat je ook hebt besloten dat iets of over jou verkeerd is.
Dus wat is het dat je echt wilt creëren? Meer fout of een andere mogelijkheid?